Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [69]Ik verwek [een] van het noorden, en hij zal opkomen van den opgang der zon; hij zal Mijn Naam aanroepen; en [70]hij zal komen [over] de [71]overheden als [over] leem, en gelijk een pottenbakker het [72]slijk [73]treedt. 69. Te weten Ik de Vader, verwek enen, te weten mijnen Zoon Jezus Christus, die van het noorden, enz.; dat is, wiens gebied strekken zal van het ene einde der wereld tot het andere. Vergelijk dit met Matth.8:11. Onder deze twee gewesten moet men hier alle gewesten verstaan. Anderen: Ik verwek een [volk], te weten dat volk, mijne kerk, die uit alle hoeken der wereld zal verzameld worden, ten tijde der komst van den Messias, door welken het rijk van den Satan en der zonde ten enenmale zal teniet gedaan worden. Sommigen duiden het op Cyrus als een voorbeeld van onzen Heere Christus. 70. Te weten, om hen te beschamen. Zie 2 Kor.10:4,5,6. 71. Of, regenten, zo kerkelijk als politieke, te weten tegen al degenen, die zich zullen stellen tegen Jezus Christus. 72. Dat is klei. 73. Versta hierbij: Zal Hij hen vertreden en te schande maken.